lottery
US /ˈlɑː.t̬ɚ.i/
UK /ˈlɑː.t̬ɚ.i/
1.
loterij
a means of raising money by selling numbered tickets and giving prizes to the holders of numbers drawn at random
:
•
She won a large sum of money in the lottery.
Ze won een groot geldbedrag in de loterij.
•
Many people buy lottery tickets hoping to get rich.
Veel mensen kopen loterijtickets in de hoop rijk te worden.
2.
loterij, toewijzing door loting
a system in which something is allocated by lot
:
•
Admission to the selective school is determined by a lottery.
Toelating tot de selectieve school wordt bepaald door een loterij.
•
The housing assignments were done by a fair lottery system.
De huisvestingstoewijzingen werden gedaan via een eerlijk loterijsysteem.