leviathan
US /ləˈvaɪə.θən/
UK /ləˈvaɪə.θən/
1.
leviathan, zeemonster
a very large aquatic creature, especially a whale
:
•
The ancient mariners spoke of a monstrous leviathan lurking in the deep.
De oude zeelieden spraken over een monsterlijke leviathan die in de diepte loerde.
•
The Bible describes Leviathan as a powerful sea monster.
De Bijbel beschrijft Leviathan als een machtig zeemonster.
2.
leviathan, gigant, kolos
a thing that is very large or powerful
:
•
The corporation had grown into a financial leviathan, dominating the global market.
De corporatie was uitgegroeid tot een financiële leviathan, die de wereldmarkt domineerde.
•
The new government bureaucracy was a bureaucratic leviathan, slow and unwieldy.
De nieuwe overheidsbureaucratie was een bureaucratische leviathan, traag en log.