lance
US /læns/
UK /læns/

1.
lans
a long weapon with a wooden shaft and a pointed metal head, formerly used by horsemen in charging
:
•
The knight carried a shining lance into battle.
De ridder droeg een glimmende lans de strijd in.
•
He practiced tilting with a wooden lance.
Hij oefende het steekspel met een houten lans.
1.
opensnijden, doorsteken
to pierce or cut with a lance or similar sharp instrument
:
•
The doctor had to lance the boil to drain the pus.
De dokter moest de steenpuist opensnijden om het pus af te voeren.
•
He decided to lance the blister with a sterilized needle.
Hij besloot de blaar open te prikken met een gesteriliseerde naald.