kindly

US /ˈkaɪnd.li/
UK /ˈkaɪnd.li/
"kindly" picture
1.

vriendelijk, aardig

in a kind manner; nicely

:
She kindly offered to help me with my bags.
Ze bood vriendelijk aan me te helpen met mijn tassen.
He always speaks kindly to children.
Hij spreekt altijd vriendelijk tegen kinderen.
2.

alstublieft, gelieve

used in polite requests

:
Would you kindly close the door?
Zou u alstublieft de deur willen sluiten?
Kindly submit your report by Friday.
Gelieve uw rapport uiterlijk vrijdag in te dienen.
1.

vriendelijk, aangenaam

pleasant and agreeable

:
The weather was kindly for our picnic.
Het weer was aangenaam voor onze picknick.
He has a kindly face.
Hij heeft een vriendelijk gezicht.