Betekenis van het woord jewel in het Nederlands
Wat betekent jewel in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
jewel
US /ˈdʒuː.əl/
UK /ˈdʒuː.əl/

Zelfstandig Naamwoord
1.
juweel, edelsteen
a precious stone, typically a diamond, emerald, ruby, or sapphire, used in jewelry.
Voorbeeld:
•
She wore a necklace with a sparkling jewel.
Ze droeg een ketting met een sprankelend juweel.
•
The crown was adorned with many precious jewels.
De kroon was versierd met vele kostbare juwelen.
Synoniem:
2.
juweel, schat
a person or thing considered to be very precious or special.
Voorbeeld:
•
She is a true jewel, always kind and helpful.
Ze is een waar juweel, altijd vriendelijk en behulpzaam.
•
This old book is a real jewel, full of rare illustrations.
Dit oude boek is een waar juweel, vol zeldzame illustraties.
Werkwoord
1.
versieren met juwelen, bezette
to adorn or set with jewels.
Voorbeeld:
•
The artist carefully jeweled the intricate design on the crown.
De kunstenaar versierde zorgvuldig het ingewikkelde ontwerp op de kroon met juwelen.
•
The ancient sword was jeweled with rubies and emeralds.
Het oude zwaard was versierd met robijnen en smaragden.
Leer dit woord op Lingoland
Gerelateerd Woord: