invoke

US /ɪnˈvoʊk/
UK /ɪnˈvoʊk/
"invoke" picture
1.

inroepen, aanhalen, zich beroepen op

cite or appeal to (someone or something) as an authority for an action or in support of an argument

:
He invoked the Fifth Amendment, refusing to answer questions.
Hij beriep zich op het Vijfde Amendement en weigerde vragen te beantwoorden.
The lawyer invoked a previous case to support his argument.
De advocaat beriep zich op een eerdere zaak om zijn argument te ondersteunen.
2.

aanroepen, oproepen

call on (a deity or spirit) in prayer, as a witness, or for inspiration

:
The priest invoked the blessings of the gods.
De priester riep de zegeningen van de goden af.
They performed a ritual to invoke ancient spirits.
Ze voerden een ritueel uit om oude geesten op te roepen.
3.

oproepen, teweegbrengen, opwekken

call forth (a feeling, memory, or image) into the mind

:
The old song invoked memories of her childhood.
Het oude lied riep herinneringen aan haar jeugd op.
His speech invoked a sense of patriotism in the crowd.
Zijn toespraak riep een gevoel van patriottisme op bij het publiek.