interdict
US /ˈɪn.t̬ɚ.dɪkt/
UK /ˈɪn.t̬ɚ.dɪkt/

1.
verbod, interdict
an authoritative prohibition
:
•
The church issued an interdict against the new practices.
De kerk vaardigde een verbod uit tegen de nieuwe praktijken.
•
The government imposed an interdict on the import of certain goods.
De regering legde een verbod op de import van bepaalde goederen.
1.
verbieden, onderscheppen
to prohibit or forbid (something)
:
•
The court may interdict the publication of the sensitive information.
De rechtbank kan de publicatie van de gevoelige informatie verbieden.
•
Their mission was to interdict enemy supply lines.
Hun missie was om de bevoorradingslijnen van de vijand te onderscheppen.