intention
US /ɪnˈten.ʃən/
UK /ɪnˈten.ʃən/

1.
intentie, bedoeling, voornemen
a thing intended; an aim or plan
:
•
It was not my intention to offend anyone.
Het was niet mijn bedoeling om iemand te beledigen.
•
He declared his intention to run for president.
Hij verklaarde zijn voornemen om zich kandidaat te stellen voor het presidentschap.