impressed
US /ɪmˈprest/
UK /ɪmˈprest/

1.
onder de indruk, geïmponeerd
feeling or showing admiration or respect for someone or something
:
•
I was very impressed by her performance.
Ik was erg onder de indruk van haar optreden.
•
He was impressed with how quickly she learned.
Hij was onder de indruk van hoe snel ze leerde.
1.
indruk maken op, imponeren
made a strong, positive impact on (someone)
:
•
Her dedication impressed everyone.
Haar toewijding maakte indruk op iedereen.
•
The new technology impressed the investors.
De nieuwe technologie maakte indruk op de investeerders.