huddle

US /ˈhʌd.əl/
UK /ˈhʌd.əl/
"huddle" picture
1.

groepje, kluitje

a small group of people or things standing or sitting closely together

:
The players formed a huddle to discuss their strategy.
De spelers vormden een groepje om hun strategie te bespreken.
A small huddle of sheep stood in the corner of the field.
Een kleine groep schapen stond in de hoek van het veld.
1.

samenscholen, ineenkrimpen

crowd together; nestle closely

:
They huddled together for warmth in the cold.
Ze kropen dicht bij elkaar voor warmte in de kou.
The children huddled around the storyteller.
De kinderen kropen rond de verhalenverteller.