have a problem with
US /hæv ə ˈprɑː.bləm wɪθ/
UK /hæv ə ˈprɑː.bləm wɪθ/

1.
een probleem hebben met, bezwaar hebben tegen
to dislike or disapprove of something or someone
:
•
I have a problem with people who are always late.
Ik heb een probleem met mensen die altijd te laat zijn.
•
Do you have a problem with my decision?
Heb je een probleem met mijn beslissing?
2.
moeite hebben met, problemen ondervinden met
to experience difficulty with something
:
•
I'm having a problem with my computer; it keeps crashing.
Ik heb een probleem met mijn computer; hij blijft crashen.
•
Many students have a problem with understanding complex math concepts.
Veel studenten hebben moeite met het begrijpen van complexe wiskundige concepten.