have a go

US /hæv ə ɡoʊ/
UK /hæv ə ɡoʊ/
"have a go" picture
1.

proberen, een poging wagen

to try to do something

:
I'm not sure if I can fix it, but I'll have a go.
Ik weet niet zeker of ik het kan repareren, maar ik zal het proberen.
Why don't you have a go at painting?
Waarom zou je niet eens proberen te schilderen?
2.

aanvallen, bekritiseren

to criticize or attack someone

:
The politician always has a go at his opponents during debates.
De politicus valt zijn tegenstanders altijd aan tijdens debatten.
Don't have a go at me, it wasn't my fault!
Val me niet aan, het was mijn schuld niet!