Engels-Nederlands Woordenboek

Betekenis van het woord hands in het Nederlands

Wat betekent hands in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

hands

Zelfstandig Naamwoord

1.

handen

the end part of a person's arm beyond the wrist, including the palm, fingers, and thumb.

Voorbeeld:
•
he was leading her by the hand
Synoniem:
fistpalmpawmittdukehookmeat hookmanusmetacarpus
Synoniem:
foot
2.

handen

a pointer on a clock or watch indicating the passing of units of time.

Voorbeeld:
•
the second hand
Synoniem:
pointerindicatorneedlearrowmarkerindex

Werkwoord

1.

handen

pick (something) up and give it to (someone).

Voorbeeld:
•
he handed each man a glass
Synoniem:
passgivereachthrowtosschuckbung
Synoniem:
take away from
2.

handen

hold the hand of (someone) in order to help them move in the specified direction.

Voorbeeld:
•
he handed him into a carriage
Synoniem:
assisthelpaidgive someone a handguideconveyconductlead
Leer dit woord op Lingoland
Gerelateerd Woord:
handhandfulon handhands-onhand inhand outhand down