Betekenis van het woord half-term in het Nederlands

Wat betekent half-term in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

half-term

US /ˈhæf.tɜːrm/
UK /ˈhæf.tɜːrm/
"half-term" picture

Zelfstandig Naamwoord

1.

herfstvakantie, voorjaarsvakantie

a short holiday for schoolchildren in the middle of a school term

Voorbeeld:
The children are looking forward to their half-term break next week.
De kinderen kijken uit naar hun herfstvakantie volgende week.
We're planning a trip to the coast during half-term.
We plannen een reis naar de kust tijdens de herfstvakantie.
Leer dit woord op Lingoland