grin and bear it
US /ɡrɪn ænd ber ɪt/
UK /ɡrɪn ænd ber ɪt/

1.
met een glimlach verdragen, de tanden op elkaar zetten
to accept a difficult or unpleasant situation without complaining
:
•
I don't like my new job, but I have to grin and bear it for now.
Ik hou niet van mijn nieuwe baan, maar ik moet het voorlopig met een glimlach verdragen.
•
When things get tough, sometimes you just have to grin and bear it.
Als het moeilijk wordt, moet je soms gewoon de tanden op elkaar zetten.