Betekenis van het woord gospel in het Nederlands
Wat betekent gospel in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
gospel
US /ˈɡɑː.spəl/
UK /ˈɡɑː.spəl/

Zelfstandig Naamwoord
1.
evangelie
the teaching or revelation of Christ
Voorbeeld:
•
He dedicated his life to spreading the gospel.
Hij wijdde zijn leven aan het verspreiden van het evangelie.
•
The sermon focused on a passage from the Gospel of John.
De preek concentreerde zich op een passage uit het Evangelie van Johannes.
2.
leer, geloofsleer
a set of principles or beliefs
Voorbeeld:
•
He preaches the gospel of healthy living.
Hij predikt het evangelie van gezond leven.
•
For them, free markets are the true gospel.
Voor hen zijn vrije markten het ware evangelie.
Synoniem:
3.
Leer dit woord op Lingoland
Gerelateerd Woord: