go against
US /ɡoʊ əˈɡenst/
UK /ɡoʊ əˈɡenst/

1.
ingaan tegen, zich verzetten tegen
to oppose or resist someone or something
:
•
It's hard to go against the wishes of your parents.
Het is moeilijk om in te gaan tegen de wensen van je ouders.
•
His actions go against everything I believe in.
Zijn acties gaan in tegen alles waar ik in geloof.