generation

US /ˌdʒen.əˈreɪ.ʃən/
UK /ˌdʒen.əˈreɪ.ʃən/
"generation" picture
1.

generatie

all of the people born and living at about the same time, regarded collectively

:
The younger generation is more tech-savvy.
De jongere generatie is meer technisch onderlegd.
Each generation faces its own unique challenges.
Elke generatie staat voor zijn eigen unieke uitdagingen.
2.

generatie, opwekking

the production of something

:
The generation of electricity from solar power is increasing.
De opwekking van elektriciteit uit zonne-energie neemt toe.
This software allows for the rapid generation of reports.
Deze software maakt de snelle generatie van rapporten mogelijk.
3.

generatie, afstamming

a single step in a succession of natural descent

:
This family has lived in the same house for three generations.
Deze familie woont al drie generaties in hetzelfde huis.
He is the first generation in his family to attend university.
Hij is de eerste generatie in zijn familie die naar de universiteit gaat.