gear up
US /ɡɪr ʌp/
UK /ɡɪr ʌp/

1.
zich voorbereiden, klaarmaken
to prepare for an activity or event
:
•
The team is gearing up for the championship game.
Het team is zich aan het voorbereiden op de kampioenschapswedstrijd.
•
Businesses are gearing up for the holiday shopping season.
Bedrijven zijn zich aan het voorbereiden op het vakantiewinkelseizoen.