furious

US /ˈfʊr.i.əs/
UK /ˈfʊr.i.əs/
"furious" picture
1.

woedend, razend, furieus

extremely angry

:
She was absolutely furious when she found out he had lied to her.
Ze was absoluut woedend toen ze ontdekte dat hij tegen haar had gelogen.
The crowd grew furious as the protest continued.
De menigte werd woedend naarmate het protest voortduurde.
2.

hevig, woest, gewelddadig

involving extreme anger or violence

:
A furious argument broke out between the two neighbors.
Er brak een hevige ruzie uit tussen de twee buren.
The storm raged with furious winds.
De storm raasde met woeste winden.