Betekenis van het woord fool in het Nederlands
Wat betekent fool in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
fool
US /fuːl/
UK /fuːl/

Zelfstandig Naamwoord
1.
dwaas, idioot
a person who acts unwisely or imprudently; a silly person
Voorbeeld:
•
Don't be a fool and invest all your money in one stock.
Wees geen dwaas en investeer al je geld in één aandeel.
•
He made a fool of himself with his silly remarks.
Hij maakte zichzelf tot een dwaas met zijn domme opmerkingen.
2.
nar, hofnar
a person who was formerly a jester or clown, kept in a royal or noble household
Voorbeeld:
•
The king's fool entertained the court with jokes and tricks.
De nar van de koning vermaakte het hof met grappen en trucs.
•
In medieval times, a fool often had the freedom to speak truth to power.
In de middeleeuwen had een nar vaak de vrijheid om de macht de waarheid te zeggen.
Werkwoord
1.
voor de gek houden, misleiden
trick or deceive (someone); dupe
Voorbeeld:
•
Don't let him fool you with his charm.
Laat je niet door zijn charme voor de gek houden.
•
She tried to fool her parents into thinking she was studying.
Ze probeerde haar ouders te misleiden door te doen alsof ze studeerde.
Leer dit woord op Lingoland
Gerelateerd Woord: