be no fool
US /bi noʊ fuːl/
UK /bi noʊ fuːl/

1.
geen dwaas zijn, niet gek zijn
to be intelligent and not easily deceived
:
•
You can try to trick him, but he's no fool.
Je kunt hem proberen te bedriegen, maar hij is geen dwaas.
•
She may seem quiet, but she's no fool when it comes to business.
Ze lijkt misschien stil, maar ze is geen dwaas als het op zaken aankomt.