Betekenis van het woord fleece in het Nederlands
Wat betekent fleece in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
fleece
US /fliːs/
UK /fliːs/

Zelfstandig Naamwoord
1.
vacht, wol
the woolly covering of a sheep or goat
Voorbeeld:
•
The shepherd sheared the sheep's fleece.
De herder schoor de vacht van het schaap.
•
This coat is made from soft lamb's fleece.
Deze jas is gemaakt van zachte lamswol.
2.
fleece, polar
a soft warm fabric with a texture similar to sheep's wool, used for lining clothes and making outdoor garments
Voorbeeld:
•
He wore a warm fleece jacket.
Hij droeg een warme fleece jas.
•
The blanket was made of soft fleece.
De deken was gemaakt van zachte fleece.
Werkwoord
1.
afzetten, uitkleden
to swindle or defraud someone of money or property
Voorbeeld:
•
The con artist tried to fleece the elderly couple out of their savings.
De oplichter probeerde het oudere echtpaar hun spaargeld af te troggelen.
•
Tourists are often fleeced by unscrupulous vendors.
Toeristen worden vaak uitgekleed door gewetenloze verkopers.
Leer dit woord op Lingoland