facts and figures
US /fæks ənd ˈfɪɡjərz/
UK /fæks ənd ˈfɪɡjərz/
1.
feiten en cijfers, gegevens
accurate and detailed information, especially numerical data
:
•
The report was full of interesting facts and figures about the economy.
Het rapport stond vol met interessante feiten en cijfers over de economie.
•
Before making a decision, we need to look at all the facts and figures.
Voordat we een beslissing nemen, moeten we alle feiten en cijfers bekijken.