expose

US /ɪkˈspoʊz/
UK /ɪkˈspoʊz/
"expose" picture
1.

blootstellen, onthullen

make (something) visible by uncovering it

:
•
The archaeological dig exposed ancient ruins.
De archeologische opgraving legde oude ruïnes bloot.
•
He exposed his arm to the sun.
Hij stelde zijn arm bloot aan de zon.
:
uncoverreveal
:
coverhide
2.

blootstellen aan, kwetsbaar maken voor

make (someone) vulnerable to harm or danger

:
•
The lack of security measures could expose the data to hackers.
Het gebrek aan veiligheidsmaatregelen zou de gegevens aan hackers kunnen blootstellen.
•
His reckless behavior will expose him to unnecessary risks.
Zijn roekeloze gedrag zal hem aan onnodige risico's blootstellen.
:
subjectlay open
:
protectshield
3.

ontmaskeren, onthullen

reveal the true, objectionable nature of (someone or something)

:
•
The journalist worked to expose the corruption in the government.
De journalist werkte eraan om de corruptie in de regering te ontmaskeren.
•
The scandal exposed his hypocrisy.
Het schandaal onthulde zijn hypocrisie.
:
unmaskdebunk
:
concealhide