election
US /ɪˈlek.ʃən/
UK /ɪˈlek.ʃən/

1.
verkiezing
a formal and organized choice by vote of a person for a political office or other position
:
•
The general election will be held next month.
De algemene verkiezingen worden volgende maand gehouden.
•
She won the election by a landslide.
Ze won de verkiezingen met een overweldigende meerderheid.
2.
keuze, selectie
the action of choosing or selecting someone or something
:
•
The election of a new leader is a crucial step for the organization.
De verkiezing van een nieuwe leider is een cruciale stap voor de organisatie.
•
His election to the board was unanimous.
Zijn verkiezing tot het bestuur was unaniem.