drunk

US /drʌŋk/
UK /drʌŋk/
"drunk" picture
1.

dronken

having drunk so much alcohol that this affects your brain and body and you cannot think, speak, or move clearly

:
•
He was so drunk he could barely stand.
Hij was zo dronken dat hij nauwelijks kon staan.
•
She got completely drunk at the party.
Ze werd helemaal dronken op het feest.
:
intoxicatedinebriatedtipsywastedplastered
1.

dronkaard, alcoholist

a person who is drunk

:
•
The police picked up a drunk wandering in the street.
De politie pakte een dronken persoon op die op straat rondzwierf.
•
He's a habitual drunk.
Hij is een gewone dronkaard.
:
alcoholicinebriatesousetipplerboozer
1.

gedronken

past participle of drink

:
•
He had drunk all the water in the bottle.
Hij had al het water in de fles gedronken.
•
She has never drunk coffee before.
Ze heeft nog nooit koffie gedronken.
:
drunk drivingblind drunkdrunk as a skunkdrunk as a lord