drizzle

US /ˈdrɪz.əl/
UK /ˈdrɪz.əl/
"drizzle" picture
1.

motregen

light rain falling in very fine drops

:
•
A fine drizzle was falling as we left the house.
Een fijne motregen viel toen we het huis verlieten.
•
The forecast is for light drizzle throughout the day.
De voorspelling is lichte motregen gedurende de dag.
:
mistlight rainsprinkle
1.

motregenen

to rain lightly in very fine drops

:
•
It started to drizzle just as we reached the park.
Het begon te motregenen net toen we het park bereikten.
•
The sky looked grey and threatened to drizzle.
De lucht zag er grijs uit en dreigde te motregenen.
:
sprinklemistspit
2.

druppelen, besprenkelen

to pour a thin stream of liquid over something

:
•
Drizzle some olive oil over the salad.
Druppel wat olijfolie over de salade.
•
She likes to drizzle honey on her yogurt.
Ze houdt ervan om honing over haar yoghurt te druppelen.
:
sprinkledriptrickle