mist

US /mɪst/
UK /mɪst/
"mist" picture
1.

mist, nevel

a cloud of tiny water droplets suspended in the atmosphere at or near the earth's surface that limits visibility to a lesser extent than fog

:
The morning mist slowly lifted, revealing the valley below.
De ochtendmist trok langzaam op, waardoor de vallei zichtbaar werd.
A fine mist of rain began to fall.
Een fijne nevel van regen begon te vallen.
1.

beslaan, vertroebelen

to cover or obscure with mist

:
The windows began to mist up as the temperature dropped.
De ramen begonnen te beslaan toen de temperatuur daalde.
Tears began to mist her eyes as she read the letter.
Tranen begonnen haar ogen te vertroebelen toen ze de brief las.
2.

besproeien, vernevelen

to spray with a fine spray

:
She used a bottle to mist the plants.
Ze gebruikte een fles om de planten te besproeien.
The hairdresser gently misted my hair with water.
De kapper besproeide mijn haar zachtjes met water.