dolly

US /ˈdɑː.li/
UK /ˈdɑː.li/
"dolly" picture
1.

pop

a child's toy in the shape of a baby or doll

:
My niece loves playing with her new dolly.
Mijn nichtje speelt graag met haar nieuwe pop.
She dressed her dolly in a tiny pink outfit.
Ze kleedde haar pop in een klein roze pakje.
2.

steekwagen, dolly

a low, wheeled platform or frame used for moving heavy objects

:
We used a dolly to move the refrigerator.
We gebruikten een steekwagen om de koelkast te verplaatsen.
The camera was mounted on a dolly for a smooth tracking shot.
De camera was op een dolly gemonteerd voor een vloeiende tracking shot.
1.

dolly'en, met een dolly bewegen

to move a camera on a wheeled support

:
The cameraman had to dolly in for a close-up shot.
De cameraman moest inzoomen met de dolly voor een close-up.
They decided to dolly out slowly to reveal the entire scene.
Ze besloten langzaam uit te zoomen met de dolly om de hele scène te onthullen.