dirt poor
US /dɜrt pʊr/
UK /dɜrt pʊr/

1.
straatarm, pauper
extremely poor; destitute
:
•
They were dirt poor, living in a small shack with no running water.
Ze waren straatarm en woonden in een kleine hut zonder stromend water.
•
Despite being dirt poor, he always maintained his dignity.
Ondanks dat hij straatarm was, behield hij altijd zijn waardigheid.