delicately
US /ˈdel.ə.kət.li/
UK /ˈdel.ə.kət.li/
1.
delicaat, voorzichtig, fijn
in a very careful or gentle way
:
•
She delicately placed the fragile vase on the shelf.
Ze plaatste de fragiele vaas voorzichtig op de plank.
•
He delicately wiped the dust from the old painting.
Hij veegde voorzichtig het stof van het oude schilderij.
2.
precies, subtiel, fijn
in a precise or subtle way
:
•
The artist delicately blended the colors to create a smooth gradient.
De kunstenaar mengde de kleuren fijn om een vloeiende overgang te creëren.
•
The flavor of the herbs was delicately balanced in the dish.
De smaak van de kruiden was fijn in balans in het gerecht.