deft
US /deft/
UK /deft/
1.
behendig, handig, vlug
neatly skillful and quick in one's movements
:
•
The magician's deft hands made the card disappear.
De behendige handen van de goochelaar lieten de kaart verdwijnen.
•
He gave a deft flick of the wrist.
Hij gaf een behendige polsbeweging.
2.
behendig, slim, vindingrijk
skillful and clever in handling situations or people
:
•
Her deft handling of the crisis averted a major disaster.
Haar behendige aanpak van de crisis voorkwam een grote ramp.
•
He offered a deft explanation that satisfied everyone.
Hij gaf een behendige verklaring die iedereen tevreden stelde.