current account
US /ˌkɝː.ənt əˈkaʊnt/
UK /ˌkɝː.ənt əˈkaʊnt/
1.
betaalrekening, zichtrekening
a bank account from which money can be withdrawn at any time by cheque or debit card and on which interest is not usually paid
:
•
I need to check the balance of my current account.
Ik moet het saldo van mijn betaalrekening controleren.
•
She opened a new current account at the bank.
Ze opende een nieuwe betaalrekening bij de bank.
2.
lopende rekening, betalingsbalans
the balance of payments on goods, services, and transfers between a country and other countries
:
•
The country's current account deficit widened last quarter.
Het lopende rekeningtekort van het land is vorig kwartaal toegenomen.
•
A strong export performance can improve the current account.
Een sterke exportprestatie kan de lopende rekening verbeteren.