couch
US /kaʊtʃ/
UK /kaʊtʃ/

1.
1.
verwoorden, formuleren
to express (something) in a particular way; to phrase
:
•
He couched his refusal in polite terms.
Hij verwoordde zijn weigering in beleefde termen.
•
The report was carefully couched to avoid any controversy.
Het rapport was zorgvuldig geformuleerd om elke controverse te vermijden.