cordial

US /ˈkɔːr.dʒəl/
UK /ˈkɔːr.dʒəl/
"cordial" picture
1.

hartelijk, vriendelijk

warm and friendly

:
•
We received a cordial welcome from our hosts.
We kregen een hartelijk welkom van onze gastheren.
•
The two leaders had a cordial meeting.
De twee leiders hadden een hartelijke ontmoeting.
:
friendlywarmgenialaffableamiable
1.

siroop, likeur, hartversterker

a comforting or invigorating drink; a liqueur

:
•
She offered him a small glass of homemade fruit cordial.
Ze bood hem een klein glaasje zelfgemaakte fruitsiroop aan.
•
The doctor prescribed a strong herbal cordial for his cough.
De dokter schreef een sterke kruidendrank voor zijn hoest voor.
:
liqueursyruptonicelixir
:
cordially