convene

US /kənˈviːn/
UK /kənˈviːn/
"convene" picture
1.

bijeenkomen, samenroepen

call people together for a meeting

:
The committee will convene next Tuesday.
De commissie zal volgende dinsdag bijeenkomen.
The council decided to convene an emergency session.
De raad besloot een spoedzitting bijeen te roepen.
2.

bijeenkomen, samenzijn

come together for a meeting or activity

:
The delegates will convene in the main hall.
De afgevaardigden zullen bijeenkomen in de grote zaal.
The judges convened to discuss the case.
De rechters kwamen bijeen om de zaak te bespreken.