contretemps
US /ˈkɑːn.trə.tɑː/
UK /ˈkɑːn.trə.tɑː/

1.
akkefietje, kleine ruzie, incident
a minor dispute or disagreement
:
•
There was a slight contretemps over who would pay the bill.
Er was een klein akkefietje over wie de rekening zou betalen.
•
The meeting was delayed due to a minor contretemps between two board members.
De vergadering werd vertraagd door een klein akkefietje tussen twee bestuursleden.
2.
ongemak, blunder, ongelukje
an embarrassing or awkward occurrence
:
•
He suffered a minor contretemps when he tripped on stage.
Hij had een klein ongelukje toen hij op het podium struikelde.
•
The spilled wine created a bit of a contretemps at the formal dinner.
De gemorste wijn zorgde voor een klein ongemak tijdens het formele diner.