Betekenis van het woord contagious in het Nederlands
Wat betekent contagious in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
contagious
US /kənˈteɪ.dʒəs/
UK /kənˈteɪ.dʒəs/

Bijvoeglijk Naamwoord
1.
besmettelijk
describing a disease that can be spread from one person or organism to another by direct or indirect contact
Voorbeeld:
•
The flu is highly contagious.
De griep is zeer besmettelijk.
•
Measles is a highly contagious viral disease.
Mazelen is een zeer besmettelijke virale ziekte.
2.
aanstekelijk
describing an emotion or attitude that spreads quickly to others
Voorbeeld:
•
Her enthusiasm was contagious.
Haar enthousiasme was aanstekelijk.
•
His laughter was so contagious that soon everyone in the room was smiling.
Zijn lach was zo aanstekelijk dat al snel iedereen in de kamer glimlachte.
Synoniem:
Leer dit woord op Lingoland