Betekenis van het woord infectious in het Nederlands

Wat betekent infectious in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

infectious

US /ɪnˈfek.ʃəs/
UK /ɪnˈfek.ʃəs/
"infectious" picture

Bijvoeglijk Naamwoord

1.

besmettelijk, infectieus

able to be passed from one person, animal, or plant to another by infection

Voorbeeld:
The common cold is an infectious disease.
De verkoudheid is een besmettelijke ziekte.
Wash your hands frequently to prevent the spread of infectious germs.
Was je handen regelmatig om de verspreiding van infectieuze ziektekiemen te voorkomen.
2.

aanstekelijk, besmettelijk

(of a feeling or quality) likely to spread to and affect others

Voorbeeld:
Her enthusiasm was infectious.
Haar enthousiasme was aanstekelijk.
He had an infectious laugh that made everyone smile.
Hij had een aanstekelijke lach die iedereen deed glimlachen.
Leer dit woord op Lingoland