circular
US /ˈsɝː.kjə.lɚ/
UK /ˈsɝː.kjə.lɚ/
1.
rond, cirkelvormig
having the form of a circle; round
:
•
The table was circular, allowing everyone to see each other easily.
De tafel was rond, waardoor iedereen elkaar gemakkelijk kon zien.
•
The dancers formed a circular pattern on the stage.
De dansers vormden een cirkelvormig patroon op het podium.
2.
circulair, vicieus
of an argument or a line of reasoning) in which the conclusion is assumed in the premise
:
•
His argument was circular, as he used the conclusion to support his initial claim.
Zijn argument was circulair, aangezien hij de conclusie gebruikte om zijn oorspronkelijke bewering te ondersteunen.
•
The debate fell into a circular trap, repeating the same points without progress.
Het debat verviel in een circulaire val, waarbij dezelfde punten zonder vooruitgang werden herhaald.
1.
circulaire, rondschrijven
a letter or advertisement that is distributed to a large number of people
:
•
The company sent out a circular announcing their new product.
Het bedrijf stuurde een circulaire uit waarin hun nieuwe product werd aangekondigd.
•
Please read the attached circular for more details.
Lees de bijgevoegde circulaire voor meer details.