repetitive
US /rɪˈpet̬.ə.t̬ɪv/
UK /rɪˈpet̬.ə.t̬ɪv/

1.
repetitief, eentonig, herhalend
containing or characterized by repetition, especially when tedious or tiresome
:
•
The work was so repetitive that I quickly got bored.
Het werk was zo repetitief dat ik me snel verveelde.
•
His speeches tend to be very repetitive.
Zijn toespraken zijn vaak erg repetitief.