Betekenis van het woord cell in het Nederlands

Wat betekent cell in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

cell

US /sel/
UK /sel/
"cell" picture

Zelfstandig Naamwoord

1.

cel

a small room in a prison or monastery

Voorbeeld:
The prisoner was confined to a solitary cell.
De gevangene werd opgesloten in een eenzame cel.
Monks live in small cells within the monastery.
Monniken wonen in kleine cellen binnen het klooster.
2.

cel

the smallest structural and functional unit of an organism, typically microscopic and consisting of cytoplasm and a nucleus enclosed in a membrane

Voorbeeld:
All living things are made up of cells.
Alle levende wezens zijn opgebouwd uit cellen.
Plant cells have a cell wall.
Plantencellen hebben een celwand.
3.

cel, batterij

a device that produces electricity by chemical action

Voorbeeld:
The remote control needs a new button cell battery.
De afstandsbediening heeft een nieuwe knoopcelbatterij nodig.
Solar cells convert sunlight into electricity.
Zonnecellen zetten zonlicht om in elektriciteit.
4.

mobiel, gsm

a mobile phone

Voorbeeld:
I left my cell at home.
Ik heb mijn mobiel thuis laten liggen.
Can you call me on my cell?
Kun je me bellen op mijn mobiel?
Leer dit woord op Lingoland