Betekenis van het woord bus in het Nederlands

Wat betekent bus in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

bus

US /bʌs/
UK /bʌs/
"bus" picture

Zelfstandig Naamwoord

1.

bus

a large motor vehicle carrying passengers by road, typically one serving a regular route

Voorbeeld:
I take the bus to work every day.
Ik neem elke dag de bus naar mijn werk.
The bus was crowded during rush hour.
De bus was druk tijdens de spits.
Synoniem:

Werkwoord

1.

met de bus vervoeren

to transport someone by bus

Voorbeeld:
The school will bus the students to the museum.
De school zal de leerlingen met de bus naar het museum brengen.
They decided to bus the team to the away game.
Ze besloten het team met de bus naar de uitwedstrijd te brengen.
Leer dit woord op Lingoland