bristly

US /ˈbrɪs.li/
UK /ˈbrɪs.li/
"bristly" picture
1.

borstelig, stekelig

covered with or as if with bristles; stiff and prickly

:
The old man had a short, bristly beard.
De oude man had een korte, borstelige baard.
The dog's fur was thick and bristly.
De vacht van de hond was dik en borstelig.
2.

prikkelbaar, geïrriteerd

easily offended or annoyed; irritable

:
He was in a bristly mood after the long meeting.
Hij was in een prikkelbare stemming na de lange vergadering.
Her tone was rather bristly when she responded.
Haar toon was nogal prikkelbaar toen ze antwoordde.