Betekenis van het woord bone in het Nederlands
Wat betekent bone in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
bone
US /boʊn/
UK /boʊn/

Zelfstandig Naamwoord
1.
bot
any of the pieces of hard, whitish tissue making up the skeleton in humans and other vertebrates
Voorbeeld:
•
The dog buried a bone in the backyard.
De hond begroef een bot in de achtertuin.
•
He broke a bone in his leg playing soccer.
Hij brak een bot in zijn been tijdens het voetballen.
Synoniem:
2.
been, botmateriaal
a material made from bone, used for making buttons, ornaments, etc.
Voorbeeld:
•
The knife handle was made of polished bone.
Het mesheft was gemaakt van gepolijst been.
•
She wore a necklace with small carved bone beads.
Ze droeg een ketting met kleine gesneden beenkralen.
Werkwoord
1.
ontbenen
to remove the bones from (meat or fish) before cooking
Voorbeeld:
•
The chef carefully boned the fish before grilling it.
De chef ontbeende de vis zorgvuldig voordat hij hem grilde.
•
It's easier to bone a chicken when it's raw.
Het is gemakkelijker om een kip te ontbenen als deze rauw is.
Leer dit woord op Lingoland