to the bone
US /tə ðə boʊn/
UK /tə ðə boʊn/

1.
tot op het bot, door en door
to an extreme degree; thoroughly or completely
:
•
He was chilled to the bone after walking in the snow for hours.
Hij was tot op het bot verkleumd na urenlang in de sneeuw te hebben gelopen.
•
The criticism cut her to the bone.
De kritiek raakte haar tot op het bot.