automatic
US /ˌɑː.t̬əˈmæt̬.ɪk/
UK /ˌɑː.t̬əˈmæt̬.ɪk/
1.
automatisch
working by itself with little or no direct human control
:
•
The car has an automatic transmission.
De auto heeft een automatische transmissie.
•
The lights are on an automatic timer.
De lichten staan op een automatische timer.
2.
automatisch, instinctief
done without conscious thought or intention; instinctive
:
•
It was an automatic reaction to the sudden noise.
Het was een automatische reactie op het plotselinge geluid.
•
Breathing is an automatic bodily function.
Ademhalen is een automatische lichaamsfunctie.
1.
automaat, automatisch wapen
a firearm that fires repeatedly as long as the trigger is pressed
:
•
He carried an automatic rifle.
Hij droeg een automatisch geweer.
•
The police seized several automatics during the raid.
De politie nam verschillende automaten in beslag tijdens de inval.
2.
automaat, automatische auto
a car with automatic transmission
:
•
I prefer driving an automatic over a manual.
Ik rijd liever in een automaat dan in een handgeschakelde auto.
•
She just bought a new automatic.
Ze heeft net een nieuwe automaat gekocht.