Betekenis van het woord asphalt in het Nederlands
Wat betekent asphalt in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
asphalt
US /ˈæs.fɑːlt/
UK /ˈæs.fɑːlt/
Zelfstandig Naamwoord
1.
asfalt
a mixture of dark bituminous pitch with sand or gravel, used for surfacing roads, tennis courts, and other open areas.
Voorbeeld:
•
The road was paved with smooth asphalt.
De weg was geplaveid met glad asfalt.
•
They are laying new asphalt on the driveway.
Ze leggen nieuw asfalt op de oprit.
Werkwoord
1.
asfalteren
to cover with asphalt.
Voorbeeld:
•
They plan to asphalt the entire parking lot next month.
Ze zijn van plan de hele parkeerplaats volgende maand te asfalteren.
•
The crew will asphalt the new section of the road tomorrow.
De ploeg zal morgen het nieuwe gedeelte van de weg asfalteren.
Leer dit woord op Lingoland