ascertain
US /ˌæs.ɚˈteɪn/
UK /ˌæs.ɚˈteɪn/
1.
vaststellen, achterhalen, uitvinden
find something out for certain; make sure of
:
•
I need to ascertain the truth before I make a decision.
Ik moet de waarheid vaststellen voordat ik een beslissing neem.
•
The police are trying to ascertain the cause of the accident.
De politie probeert de oorzaak van het ongeluk te achterhalen.